Knor, knor


Het was de ochtend dat we wisten dat de akkervarkentjes zouden komen. Om half zeven stond ik al te popelen om ze te begroeten. En met mij, mijn kleinkinderen die speciaal daarvoor een dag eerder waren gekomen. Nu is mijn man lid van de groencommissie en de groepsapp stond roodgloeiend. Om half 10 kregen we te horen dat ze pas ’s middags zouden komen. Onze kleinkinderen huppelden het bos weer in. Ondanks de vele regen kon ze dat niet deren. Immers er sprongen allemaal kikkers door het bos voor ons huis. Soms hadden ze er één te pakken, die dan uitgebreid werd geknuffeld. Tenenkrommend voor een
natuurliefhebber zoals ik. Maar ik moet ook bekennen dat ik stiekem op een transformatie in een prins hoopte. Zoveel kusjes dat moest wel goed komen. Gelukkig werden de kikkers vrijgelaten en om half 1 togen wij door de regen naar voren om de varkentjes te mogen begroeten. Maar ook toen bleek dat er nog geen varkentjes kwamen.

De mooie oude eikenboom bij park 2, die met de blauwe stip, leek ook wel beteuterd. Deze boom was een tijdje ziek, maar ze heeft zich wonderwel hersteld. De zwarte vlek onderop is er nog een litteken van. Het geeft maar weer eens aan hoe sterk de natuur kan zijn, mits wij mensen het niet teveel willen beheersen. Zij mag niet gekapt. Zij heeft een blauwe stip. Zij is bijzonder
net als alle andere bomen, maar op één of andere manier heeft zij een streepje voor.

Er kwam wel een wagen, maar de wagen van Willem had nog geen varkens. Natuurlijk moest er eerst een draad om heen worden geïnstalleerd. Want anders zouden de varkentjes vrij rondlopen op het park en niet doen wat ze moeten doen. Namelijk de akelige en moeilijk uit te roeien Japanse duizend knoop opeten met wortel en al. Nog maar weer een nachtje slapen. En ja hoor! In de middag werden er op park 2, vijf varkentjes gebracht en op park 3, zeven varkentjes. Met ontzag keken we naar de varkens. Hoewel het nog biggetjes zijn, zijn ze best al wel groot. Onze hond vond het ook erg interessant. Maar de eerste kennismaking resulteerde bij hem in een groot gekerm. Hij had kennis gemaakt met de stroomdraad. Voor alles moet een eerste keer zijn, maar dit was voor onze hond wel een pijnlijke. De jochies hadden meteen door dat ze beter niet in de buurt konden komen van het draad.

Nu wil het gelukkige geval dat wij bij het moerasje op park 3 wonen, en daar zijn ook de varkentjes. Wij mogen ze voorzien van de speciale mineralen. Na twee dagen kennen ze ons al. Als ze het blikje met brokjes horen stormen ze naar voren. Luid knorrend en kwispelend met hun krulstaartjes. Door de groencommissie werd er ook een bankje geïnstalleerd. En wat wil het geval er blijken nu ineens allemaal kindertjes op te ploppen op Buitenlust. Echt, ik dacht dat wij de enigen waren met af en toe onze kleinkinderen. Maar nee hoor, regelmatig hoor ik nu ook kinderstemmetjes. En zie ik meer mensen dan ooit op het park die met elkaar in gesprek gaan. De varkens zijn niet alleen grote opruimers van de Japanse duizendknoop, maar hebben schijnbaar ook nog een verbindende werking. Hoe leuk. Ineens ken ik veel meer mensen op het park. Mensen die allemaal begaan zijn met de natuur en Buitenlust.

Deze varkentjes helpen ons en wij zorgen er met zijn allen voor dat in de toekomst er een park is waar de inheemse planten en bomen weer volledig tot hun volle glorie mogen komen. Goed voor de natuur en daarmee goed voor de mens. Kijkend naar de varkentjes keer ik me om en zie heel veel hondsdraf, weegbree en dovennetel. ‘Oma gaan we dadelijk soep maken?’
Wij gaan dadelijk soep maken.

Liefs Moniek