Paradijs op de Hondsrug


Het is weer de eerste zaterdag van de maand. De ochtend waarop we met zijn allen de handen uit de mouwen kunnen steken om ons park te onderhouden. De vogeltjes in het bos zingen hun hoogste lied. De blaadjes aan de bomen worden steeds groener. En je ziet dat eruit de bodem weer een heleboel bloemen en planten omhoog willen komen. 

Er is deze ochtend, zoals altijd, veel werk te doen. Maar ik loop in de ochtend met de hond door het veld en zie de eerste vrolijke gele paardenbloemen voorzichtig hun hoofdjes naar boven laten komen. Een Webinar houdt mij binnen en terwijl ik driftig aantekeningen aan het maken ben verlang ik toch naar het buiten zijn en voelt het een beetje alsof ik spijbel. Het is altijd zo leuk om samen met anderen te werken en te zien dat ons park er vanop fleurt. Een klein paradijs op de Hondsrug dat, ook nu nog, gezamenlijk wordt onderhouden. Het is zowelfijn voor je portemonnee als voor de sociale cohesie, dat we dit nog steeds samen kunnen doen. 

Om twaalf uur sluit ik de computer en geniet met een bakje koffie van het voorjaarszonnetje. Een eekhoorn steelt de zonnebloempitten uit het vogelhuisje. Een rijk gevoel verwarmt mijn hart. Wat is dit toch een prachtige plek. Wat een rijkdom als je onderdeel mag zijn van dit bos. Mijn huisje staat er, maar wat word ik gelukkig van het idee dat ik net als het koolmeesje dat nestelt in één van de kastjes maar een tijdelijke bewoner ben. De bomen om me heen hebben al zoveel meer gezien dan ik. Ze zijn al zoveel ouder. Zij overleven mij en dat stemt nederig en maakt me onwijs gelukkig.

Ineens staat mijn man achter me. Hij is wel naar de vrijwilligersochtend geweest. ‘Was het leuk?’ ‘Het was heel leuk, maar er waren maar een stuk of acht mensen. Daardoor hebben we alleen maar wat Japanse duizendknoop eruit kunnen trekken. Al het andere werk is blijven liggen.’ Hij kijkt mij teleurgesteld aan, want inmiddels groeien er toch takken van bomen over de weg en zijn er nog zoveel meer karweitjes te doen. ‘De volgende keer zal het vast beter zijn,’ opper ik. Een licht schuldgevoel maakt zich van mij meester, maar deze verwerp ik meteen. De volgende keer zal ik er zijn! 

In de avond heeft mijn man een heel goed idee. ‘Als we nu eens één keer in de veertien dagen met een ploegje vrijwilligers een uurtje de Japanse duizendknoop gaan verwijderen en deze vervolgens naar de varkens toe brengen. Dan is de vrijwilligersochtend gevrijwaard van dat arbeidsintensieve klusje. Hebben de mensen die mee doen een gratis work-out en aangezien het maar een uurtje is hoef je daar geen andere afspraken voor te laten gaan.’ Ik vind het een geweldig idee. 

Die nacht droom ik van de Japanse duizendknoop en zie ik de plant door de huisjes heen groeien en komt er een man aan die het park onbewoonbaar verklaart. Bezweet word ik wakker, maar die ochtend zijn er al drie vrijwilligers. Te weinig natuurlijk voor de enorme klus, maar het begin is er. 

Mocht je ook één keer in de veertiendagen op dinsdag tussen 19.00 en 20.00 behoefte hebben aan een gratis work-out met een enorm goed doel, meld je dan aan via : groencommissie.buitenlust@gmail.com

Liefs, Moniek